Kinderen met een ster – Martine Letterie

Rosa, Klaartje, Jules, Leo, Ruth en Bennie: zes heel gewone kinderen die elkaar niet kennen, maar die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Kamp Westerbork terechtkomen. In korte, toegankelijke hoofdstukken schrijft Martine Letterie over het dagelijks leven van deze kinderen, en over wat er tijdens de oorlog allemaal verandert. Je ziet vanuit de ogen van deze kinderen hoe het is om op te groeien tijdens de oorlog, je merkt de angst van de ouders, je ziet hoe het leven steeds beperkter wordt, tot ze gedwongen worden naar Westerbork te gaan.

Martine Letterie, die voor het schrijven van dit boek mensen interviewde die de oorlog zelf hadden meegemaakt, slaagt er op een bijzondere manier de ellende diep voelbaar en tegelijk draaglijk te houden. Wat voor onbegrijpelijke en vreselijke dingen er ook gebeuren: de kinderen blijven kinderen.

Rosa’s hart bonkt in haar keel. Haar hele lijf tintel van opwinding. Wat zou ze voor haar verjaardag krijgen? […] Papa legt een rechthoekig pakje op haar schoot. Haastig rist Rosa het papier eraf. Zou dat…? Nee. Het is een boek met een rood omslag met gouden letters erop. ‘Het boek van Ot en Sien,’ leest papa voor. ‘Na de vakantie ga je leren lezen en dan is dit vast je eerste eigen boek.’
‘Dit had ik je liever niet gegeven,’ zegt mama en ze geeft haar een slap pakje. […] Het is een kledingstuk van rode stof.
Mama vouwt het open. ‘Kijk,’ zegt ze, ‘het is een bolerootje. Dat kun je over al je jurken en bloesjes dragen.’
Op het korte jasje zit hij. De ster, eindelijk. Je mag er pas een als je zes bent. Vanaf nu hoort Rosa echt bij de grote kinderen.
‘Prachtig!’ Rosa springt op en slaat haar armen om mama’s nek. ‘Nu heb ik een eigen ster!’
Als Rosa weer gaat zitten, ziet ze dat mama tranen in haar ogen heeft.

En ook in Westerbork is er gewoon school, al zijn er steeds nieuwe meesters en juffen. Er zijn vrienden, ouders, aardige volwassenen, je kunt er schommelen en spelen, en soms is er een lichtpuntje: een kleine verrassing, een feestje, een cadeautje. Tegelijk is er altijd de dreiging van de grote zwarte trein, waar vriendjes en vriendinnetjes in weg moeten.

De prachtige, paginagrote tekeningen van Rick de Haas brengen de wereld van Nederland tijdens de oorlogsjaren en van Westerbork heel dichtbij.

Hoewel de hoofdpersonen in dit boek heel jong zijn is het geen boek voor al te jonge lezers. Het lijkt me heel geschikt om als ouders samen met je kind te lezen vanaf groep 5, of om voor te lezen in de klas.

Loading