De Verhalenmachine – Iris Boter

Schrijven is leuk, maar het is ook best lastig. Hoe kom je op een goed idee? En hoe zorg je ervoor dat je verhaal niet na één bladzij helemaal inzakt? Hoe zorg je ervoor dat je boek spannend wordt en spannend blijft? Wat voor perspectief kies je? Hoe bouw je je verhaal op? Schrijf je op papier of op de computer? Hoe kun je pakkend schrijven? Wat is dialoog?

Iris Boter is illustrator én auteur, en ze schreef een boek speciaal voor kinderen en jongeren die graag willen leren schrijven. In De Verhalenmachine behandelt Iris op een heldere, luchtige manier alle problemen waar je tijdens het schrijven tegenaan kunt lopen, en geeft ze praktische tips die je meteen in praktijk kunt brengen.

Iris legt uit hoe woorden werken. ‘Als je het woordje ‘fiets’ ziet staan, heb je meteen een plaatje in je hoofd,’ schrijft ze. ‘Daar zorgen je hersens voor.’ En dan laat ze zien hoe je dat kunt gebruiken als schrijver.

Wat gebeurt er als je meer woorden gebruikt?
stoep – bananenschil – man
slagroomtaart – losse veter

Je hersens verbinden die woorden automatisch met elkaar. Waarschijnlijk zie je scènes voor je die veel voorkomen in lachfilms. Maar die stáán er niet. Het zijn gewoon losse woorden, lijntjes op papier zelfs. Het is echt jouw brein dat het verhaaltje verzint! Als de woorden iets minder voor de hand liggend zijn, gaan je hersens helemaal hun eigen gang:

broek – egel – feest
helikopter – dansen – stem
haarspeldje – Ibiza – tempo

Vermoedelijk ziet iedereen nu een eigen verhaal voor zich. Woorden roepen dus iets op in het hoofd van de lezer.
En dat is heel belangrijk. Van dit mechanisme maak je als schrijver namelijk gebruik. Met de woorden die jij schrijft, ontstaat een verhaal. Maar: niet op papier! Het verhaal speelt zich af in het hoofd van elke lezer.

Ik heb dit boek al aan ik-weet-niet-hoeveel kinderen aangeraden. Maar ik moet zeggen: voor volwassen schrijvers is het ook superhandig!